We nemen de vijf onderdelen hieronder stap voor stap onder de loep, met een beetje uitleg en reflectievragen. De 5 criteria van SMART doelen worden uitgelegd aan de hand van het voorbeeld: "Ik wil beter leren omgaan met moeilijke gesprekken op het werk". Van dit vage voornemen maken we een SMART doelstelling.
Specifiek
Een doel is pas krachtig en nastreefbaar als het precies benoemt wat je wil bereiken. Specifiek betekent dat je het doel concreet maakt:
- Wat wil je bereiken?
- Wie is erbij betrokken?
- Waar vindt het plaats?
- Hoe ga je het aanpakken?
--> Ons voornemen ivm moeilijke gesprekken op het werk specifiek gemaakt, kan bijvoorbeeld dit geven: "Ik wil leren om tijdens bilaterale gesprekken op het werk op een rustige manier feedback te geven wanneer ik het ergens niet mee eens ben."
Meetbaar
Als je doel bereikt is, hoe weet je dat dan? Hoe ga je zien of meten dat het doel bereikt is? Dat hoeft niet altijd een cijfer te zijn, je kan ook 'meten' via gedrag, feedback, observatie of bijvoorbeeld een checklist. Gebruik termen zoals aantal, frequentie, duur, tijdstip, percentage, score, zichtbaar gedrag.
Vragen die helpen:
- Hoe weet ik of het doel bereikt is?
- Wat zie, hoor of merk ik dan?
- Welke indicatoren ga ik hiervoor gebruiken?
--> Toegepast op ons voorbeeld: "Ik wil dit minstens drie keer doen in de volgende maand en na elk gesprek noteer ik kort wat goed ging en wat beter kon."
Acceptabel
Een doel kan technisch perfect zijn, maar als jijzelf, de betrokken persoon of het team er niet achter staat, komt er niets van terecht. Acceptabel betekent: het doel is zinvol, motiverend en draaglijk. Opgelet, een doel kan op papier logisch zijn maar toch weerstand oproepen in de praktijk. Dan is het niet echt acceptabel en dus ook niet SMART.
Vragen om te checken:
- Sta ik zelf achter dit doel?
- Voelt dit zinvol voor mij?
- Zijn mijn collega’s of coachees gemotiveerd om dit na te streven?
- Past het doel bij de missie of strategie van mijn team of organisatie?
--> Ons voorbeeld: "Ik wil dit graag leren omdat ik momenteel conflicten eerder uit de weg ga en ik merk dat dit mijn geloofwaardigheid ondermijnt."
Realistisch
Realistisch betekent: het doel is haalbaar binnen de gegeven context: op het vlak van tijd, middelen, energie, competenties en prioriteiten. Soms worden doelen té ambitieus gesteld, wat stilstand of uitstelgedrag veroorzaakt. Of net te weinig ambitieus waardoor er geen echte beweging ontstaat. Realistisch wil dus zeggen haalbaar maar toch stimulerend.
Reflectievragen:
- Is dit doel haalbaar binnen mijn realiteit?
- Wat zou het moeilijk maken?
- Welke hulpbronnen heb ik? Zijn die toereikend?
- Is de inspanning in balans met het verwachte resultaat?
--> Toegepast op het voorbeeld: "Ik krijg vaak de kans om 1 op 1 gesprekken te voeren met collega's en ik volg ondertussen een coachingstraject waarin ik kan oefenen met het geven van moeilijke feedback."
Tijdgebonden
Zonder deadline is een doel te vrijblijvend. Tijdsgebonden betekent dat je duidelijk benoemt tegen wanneer je het doel wil bereiken. Dit zet wat gezonde druk, urgentie en richting. Je kan ook tussentijdse evaluatiemomenten bepalen.
Handige vragen:
- Wanneer begin je?
- Wanneer volgt er een tussentijdse check?
- Wanneer is het doel behaald?
- Wanneer gebeurt de opvolging?
--> Het volledige SMART doel uit ons voorbeeld kan dan zoiets worden: "Tegen 30 september 2025 geef ik tijdens minstens drie bilaterale gesprekken 'moeilijke' feedback op een rustige en duidelijke manier en reflecteer ik na afloop op het verloop zodat ik meer vertrouwen opbouw in moeilijke gesprekken."