Het reflectiemodel van Fred Korthagen, ook de reflectiecirkel genoemd, is een krachtig hulpmiddel om door reflectie systematisch te leren uit je ervaringen. Het model bestaat uit vijf opeenvolgende stappen die samen een cyclisch leerproces vormen. Het model is eenvoudig maar biedt toch veel diepgang: het Korthagen model nodigt uit om zowel het gedrag als de onderliggende overtuigingen en gevoelens te onderzoeken. Hieronder lichten we elke stap toe en illustreren we het model met een concreet praktijkvoorbeeld.
Stap 1: Handelen
In deze eerste stap kijk je naar wat er precies gebeurd is. Je beschrijft zo objectief mogelijk de situatie of ervaring die je wil onderzoeken.
Vragen die je kunt stellen:
- Wat was de context?
- Wat deed ik?
- Wat was het resultaat?
Voorbeeld: "Ik leidde vandaag een teamvergadering over een nieuw project. Ik had me goed voorbereid, maar toch liep het overleg chaotisch. Teamleden praatten door elkaar en we kwamen niet tot beslissingen."
Stap 2: Terugblikken
Je kijkt terug op de ervaring en onderzoekt wat je voelde, dacht en waarnam tijdens het handelen. Hier komt de beleving centraal te staan. Wat liep er goed, wat kon beter?
Vragen die je kunt stellen:
- Hoe voelde ik me tijdens het moment?
- Wat dacht ik op dat moment?
- Wat viel mij op?
Voorbeeld: "Ik voelde me onzeker. Ik had het gevoel dat ik de groep niet onder controle had. Ik dacht: Waarom luistert niemand? Ik merkte ook dat ik stiller en passiever werd en dat ik hoopte dat het vanzelf zou beteren."
Stap 3: Bewust worden van essentiële aspecten
In deze stap zoek je naar de essentie van de situatie: wat is hier echt belangrijk? Je probeert patronen, overtuigingen of terugkerende elementen te ontdekken. Dit is de kern van het leerproces. Deze fase wordt ook kernreflectie genoemd omdat je aan diepe zelfreflectie doet en je bekijkt welke motieven en (eventueel onbewuste) overtuigingen achter jouw gedrag zitten.
Vragen die je kunt stellen:
- Wat zegt deze ervaring over mij als professional?
- Welk patroon herken ik?
- Welke waarden of overtuigingen spelen hier?
- Waarom deed ik dit? Wat zit hier achter?
Voorbeeld: "Ik merk dat ik in groep sneller mijn leiderschap los laat uit angst om autoritair over te komen. Mijn overtuiging lijkt te zijn: Een goede leider laat mensen vrij. Maar misschien blokkeert dat mijn duidelijkheid en overtuigingskracht en komen we op die manier niet tot beslissingen."
Stap 4: Alternatieven formuleren
Hier denk je na over hoe het anders zou kunnen. Je bedenkt nieuwe handelingsopties, gedragingen of manieren van denken die je in de toekomst kan uitproberen zodat het resultaat verbetert. Om een ander resultaat te kunnen verwachten, moeten we in de toekomst ander gedrag stellen.
Vragen die je kan stellen:
- Wat zou ik anders kunnen doen?
- Hoe kan ik trouw blijven aan mezelf én effectiever handelen?
- Welke ondersteuning heb ik daarbij nodig?
Voorbeeld: "Ik zou op voorhand duidelijker de structuur van de vergadering kunnen uitleggen. Ook kan ik aan het begin benoemen dat ik duidelijke besluiten wil nemen. Misschien kan ik werken met een visueel overzicht op de flipchart om de rode draad te bewaken. Ik probeer ook de vergadering beter te leiden zodat we tot beslissingen komen."
Stap 5: Uitproberen
De laatste stap is de brug naar de praktijk. Je neemt de nieuwe inzichten mee naar de praktijk. Wat je hebt geleerd, pas je bewust toe in een nieuwe situatie. Alleen op die manier kan je merken of een alternatieve manier van handelen betere resultaten geeft. Op die manier kan het nieuwe gedrag verankerd worden. De nieuwe werkwijze zorgt weer voor andere ervaringen en dus kan de leercyclus opnieuw starten.
Vragen die je kunt stellen:
- Wat ga ik concreet anders doen?
- Wanneer ga ik dat uitproberen?
- Hoe weet ik of het gewerkt heeft?
Voorbeeld: "Volgende week leid ik opnieuw een overleg. Ik zal beginnen met een duidelijk agendaoverzicht en afspraken rond spreektijd. Achteraf plan ik tien minuten in om opnieuw te reflecteren met dit model."
Het reflectiemodel van Korthagen helpt mensen om niet alleen naar hun gedrag te kijken, maar ook naar wat daaronder ligt: gevoelens, overtuigingen en patronen. Zo ontstaat diep leren, dat verder gaat dan oppervlakkige tips en tricks.