1

Het didactisch model van Leon van Gelder

Jo Vervaet
Wil je als trainer dat je deelnemers écht leren? Dan heb je meer nodig dan inhoud alleen. Een heldere didactische structuur is essentieel om leerdoelen effectief te realiseren. Het didactisch model van Leon van Gelder biedt een krachtig en toegankelijk kader om je training doordacht op te bouwen. In deze blog ontdek je wat didactiek precies inhoudt, hoe het didactisch model werkt én hoe je het concreet toepast.

Wat is didactiek?

Didactiek is de wetenschap en praktijk van het lesgeven en leren. Het gaat over de manier waarop je leerinhouden, werkvormen en begeleiding vorm geeft zodat de deelnemers de leerdoelen bereiken.  Didactiek stelt je als trainer of docent in staat om bewust keuzes te maken: Wat kennen mijn deelnemers nu al? Wat wil ik dat mijn deelnemers leren? Hoe pak ik dat aan? Wat werkt voor deze doelgroep in deze context?  

Wat is een didactisch model?

Een didactisch model is een hulpmiddel of schema dat de verschillende onderdelen van het leerproces met elkaar verbindt en hun onderliggende verbanden duidelijk maakt. Het helpt je om een opleiding of training gestructureerd op te bouwen. Het model van Leon van Gelder is in Vlaanderen en Nederland één van de meest gebruikte en biedt een overzichtelijke structuur voor het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van leeractiviteiten.

De zes componenten van het didactisch model van Leon van Gelder

1. Beginsituatie

De beginsituatie is de startsituatie van het leerproces, vóór de training van start gaat dus. Ze omvat alles wat op dat moment invloed heeft (of kan hebben) op het leren:

  • De deelnemers: bvb: hun voorkennis, leerbehoeften, motivatie, werkervaring, leerstijl en emotionele toestand.
  • De context: bvb: het leerformat (online of offline), de ruimte, het tijdstip van de dag, de temperatuur en de groepssamenstelling.
  • De trainer: bvb: hoe jij je voelt, hoeveel voorbereidingstijd je had en je band met de groep.
  • De organisatie: bvb: de cultuur, verwachtingen, timing en doelstellingen van het leertraject.

Een goede analyse van de beginsituatie helpt je om je training daarop af te stemmen.  Het zorgt ervoor dat je op het juiste niveau aan de slag gaat met de groep, rekening houdend met alle factoren die eventueel van invloed kunnen zijn op het leren.

2. Doelstellingen

Op basis van de beginsituatie kan je als trainer dan aan de slag om de leerdoelen van je training te bepalen.  De leerdoelen geven aan welke kennis, vaardigheden en attitudes de deelnemers op het einde van de training moeten geleerd hebben.  

Goede leerdoelen:

  • zijn concreet geformuleerd als het leerresultaat van de deelnemer, dus niet als de activiteit van de trainer (bvb kunnen uitleggen wat een begrip betekent).
  • zijn omschreven in waarneembaar gedrag (kunnen uitleggen bvb ipv begrijpen).
  • sluiten aan bij de beginsituatie van de deelnemer.
  • zijn haalbaar binnen de beschikbare tijd en context, maw we kiezen leerdoelen op het juiste niveau (zie blog: De taxonomie van Bloom).
  • dienen als basis voor het verdere ontwerp van de training: werkvormen, leeractiviteiten, inhoud en evaluatie.

--> Ter inspiratie: lees ook de blog: SMART doelen formuleren en 20 voorbeelden

3. Inhoud

Zodra de doelstellingen van je training geformuleerd zijn, kan je op basis daarvan de inhoud van de training bepalen.  Welke theorie, modellen, concepten en stappenplannen moet je behandelen met de groep opdat de leerdoelen bereikt kunnen worden door elke deelnemer?  Less is more, kies dus alleen die inhoud die écht bijdraagt aan de leerdoelen.  

4. Leeractiviteiten

Leeractiviteiten zijn datgene wat deelnemers zelf doen om te leren: oefenen, reflecteren, een probleem oplossen, feedback geven, observeren, samenvatten, vergelijken, toepassen, analyseren, ... Volgens Leon van Gelder zijn leeractiviteiten 'de handelingen van de deelnemer die leiden tot leren'. 

Leren gebeurt pas écht als deelnemers actief aan de slag gaan met de inhoud, als ze het geleerde kunnen toepassen. Zie hiervoor ook bvb de blog: Trainen is meer dan praten, leren is meer dan luisteren.  Die toepassing is essentieel voor de transfer, het vermogen van deelnemers om wat ze leerden mee te nemen naar hun eigen praktijk (lees meer over transfer in deze blog: Hoe transfer zorgt voor echte ROI van een opleiding)

5. Werkvormen en leermiddelen

Op basis van de leerdoelen en de leerinhoud kies je als trainer hoe je de leeractiviteiten organiseert. Didactische werkvormen zijn de didactische methodes die je inzet als trainer (zoals bijvoorbeeld een rollenspel, brainstorm of groepsdiscussie), leermiddelen zijn de tools die je gebruikt als trainer (bijvoorbeeld: slides, flipchart, video, beamer).

Zorg voor veel variatie in werkvormen en leermiddelen.  Betrek elke deelnemer aan de hand van activerende werkvormen en motiverende (maar doelgerichte) leermiddelen.

De leeractiviteit is dus wat de deelnemer doet, de werkvorm is hoe jij dat organiseert als trainer en het leermiddel is waarmee het gebeurt.

6. Evaluatie

In dit onderdeel bepaal je op welke manier je zal nagaan of de leerdoelen bereikt zijn.  Je kan bijvoorbeeld:

  • deelnemers zelf laten inschatten
  • observaties doen
  • deelnemers elkaar laten evalueren
  • een oefening laten uitvoeren met feedback
  • een formele evaluatie houden (bvb theorie toets en praktijkoefening)

Het resultaat van de evaluatie geeft je als trainer een kijk op de vernieuwde beginsituatie van de leergroep.  Daar kan je dan verder mee aan de slag en nieuwe leerdoelen voor formuleren en nastreven.

Leer werken met het didactisch model

Bij HRD Academy leer je het didactisch model niet alleen begrijpen, je past het ook actief toe. Bijvoorbeeld in deze opleidingen: