Geweldloze communicatie (Engels: Nonviolent Communication, kortweg NVC) is communicatie die vooral gericht is op verbinding. In plaats van te oordelen of te beschuldigen, leer je spreken vanuit jezelf: wat zie je, wat voel je, wat heb je nodig en wat vraag je concreet? Tegelijk leer je empathisch luisteren naar de ander.
Het doel is niet om gelijk te krijgen of te overtuigen, maar om wederzijds begrip, verbinding en samenwerking te bevorderen. Geweldloos communiceren (synoniem: verbindend communiceren) is dus eerlijke en verbindende communicatie.
Marshall Rosenberg (1934–2015) was een Amerikaanse psycholoog die als kind opgroeide in een omgeving vol racisme en geweld. Deze ervaring vormde de voedingsbodem voor zijn levenswerk: mensen helpen om vreedzaam en met empathie met elkaar om te gaan.
Hij ontwikkelde het model van geweldloze communicatie en werkte als bemiddelaar in conflicten over de hele wereld. Zijn methode werd wereldwijd verspreid via het Center for Nonviolent Communication (CNVC). Ook in scholen, gezinnen, relaties en organisaties heeft het model inmiddels zijn waarde bewezen.
Het model van Rosenberg bestaat uit vier opeenvolgende stappen. Elk van deze stappen helpt om je boodschap te ontdoen van oordelen en verwijten en tegelijk krachtig te blijven staan voor wat voor jou belangrijk is. We illustreren elke stap met hetzelfde voorbeeld: je collega is opnieuw te laat op een gezamenlijke afspraak.
In deze stap benoem je wat je ziet of hoort, zonder je observatie te kleuren met interpretaties, oordelen of beschuldigingen. Het gaat om objectieve feiten (net zoals een videocamera zou registreren) en niet om jouw mening over wat er gebeurt. In plaats dus van te zeggen: "Je bent altijd te laat", zeg je bijvoorbeeld:
"Je kwam vandaag aan om 9u40, terwijl we om 9u30 afgesproken hadden."
Je beschrijft dus gewoon objectief wat er gebeurt. Op die manier voorkom je dat de ander zich aangevallen voelt, blijft het gesprek open en ontstaat er ruimte voor dialoog in plaats van verdediging en aanval.
Daarna geef je aan wat je voelt bij die situatie. Let op: gevoelens zijn iets anders dan oordelen of interpretaties. Zinnen zoals "Ik voel dat je me niet respecteert" zijn geen echte gevoelens, maar vermomde verwijten. Echte gevoelens zijn woorden zoals verdrietig, gefrustreerd, ongemakkelijk, blij en bang.
"Ik voel me gefrustreerd en wat ongemakkelijk hierbij"
Door je gevoelens te benoemen, laat je zien dat de situatie impact heeft op jou als persoon. Het maakt je communicatie menselijk en open. De ander hoeft je gevoelens niet over te nemen, maar zal sneller bereid zijn om te luisteren naar wat er leeft.
Achter elk gevoel schuilt een behoefte. Gevoelens zijn namelijk signalen van wat voor jou belangrijk is. In deze stap maak je die onderliggende behoefte duidelijk. Denk aan noden zoals respect, duidelijkheid, veiligheid, verbinding, erkenning.
"Ik heb behoefte aan duidelijkheid en aan respect voor afspraken"
Dit helpt om het gesprek te verdiepen. Het benoemen van je behoefte maakt je communicatie krachtiger maar toch zachter. Je zegt wat voor jou belangrijk is zonder de ander te beschuldigen. Het helpt de ander ook om zijn of haar behoeften uit te spreken.
Tot slot formuleer je een verzoek dat concreet, positief en haalbaar is. Geen eis, geen manipulatie, maar een duidelijke uitnodiging aan de ander om tegemoet te komen aan je behoefte. Je gaat samen dus op zoek naar oplossingen. Vermijd daarbij vage formuleringen zoals "Ik wil dat je me respecteert". Kies liever iets wat zichtbaar en observeerbaar is.
"Zou je voortaan vijf minuten op voorhand kunnen laten weten als je vertraging hebt?"
Een goed verzoek geeft richting aan het gesprek en opent de mogelijkheid tot verbinding. De ander kan ja of nee zeggen of iets anders voorstellen. Zo ontstaat dialoog en samenwerking.
Rosenberg beschreef naast de vier stappen ook drie processen die je als geweldloze communicator ontwikkelt door van het model gebruik te maken:
Geweldloze communicatie is geen zachte methode, maar een krachtige manier om duidelijkheid en verbinding te combineren. Het vraagt moed, oefening en eerlijkheid. Maar de winst is groot, namelijk de ander echt ontmoeten. Geweldloos communiceren vraagt oefening, maar leidt tot echte connectie met jezelf en met de ander.
In organisaties komen spanningen, misverstanden en botsende belangen vaak voor. Denk maar aan feedbackgesprekken, functioneringsgesprekken, conflicten binnen teams of moeilijke communicatie tussen leidinggevenden en medewerkers.
Geweldloze communicatie biedt een krachtig kader om in zulke situaties in gesprek te blijven. Het helpt om de essentie op tafel te brengen zonder dat mensen afhaken.
In combinatie met methodieken als Deep Democracy, Sociocratie of DISC-profielen ontstaat zo een rijke communicatieve cultuur in de organisatie.
In een organisatie merkt een teamleider op dat een medewerker systematisch afhaakt (geen inbreng heeft, niet aandachtig is) tijdens vergaderingen. In plaats van te reageren met frustratie ("Je hebt geen inbreng in de vergaderingen"), besloot de teamleider geweldloze communicatie te gebruiken.
Hij zei:
“Tijdens de laatste drie vergaderingen heb ik gemerkt dat je vaak stil blijft en weinig input geeft. Dat baart me zorgen, want ik hecht veel belang aan actieve samenwerking in het team. Klopt dat voor jou? Wat heb je nodig om beter te kunnen deelnemen?”
De medewerker gaf aan dat hij zich onveilig voelde omdat zijn suggesties in het verleden werden afgewimpeld. Door het gesprek ontstond wederzijds begrip en werden afspraken gemaakt om het klimaat in de groep te verbeteren. De medewerker begon opnieuw actief deel te nemen aan de vergaderingen.
Wil je je nog verder verdiepen in de kracht van geweldloos communiceren? Deze boeken en bronnen zijn echte aanraders:
Wil jij zelf leren hoe je verbindend communiceert, ook in uitdagende situaties? Dan kan je bij deze opleidingen van HRD Academy terecht: