1
Breinleren is leren in lijn met de werking van het brein, dus rekening houdend met hoe het brein het best leert. Ons brein verandert voortdurend onder invloed van ervaringen, gedachten en emoties. Als trainer beïnvloed je die veranderingen. Door het leerproces zo te organiseren dat neurale netwerken zich vormen en versterken, help je deelnemers om informatie niet alleen te begrijpen, maar ook te onthouden en toe te passen.
Breinleren is dus trainen met aandacht voor hoe het brein informatie verwerkt, verbanden legt en betekenis geeft, zodat nieuwe neurale verbindingen ontstaan en bestaande verbindingen versterkt worden.
Ons brein bestaat uit miljarden neuronen. Telkens als we iets waarnemen, denken of doen, geven deze neuronen elektrische signalen door aan elkaar: ze ‘vuren’. Wanneer dit vuren zich herhaalt in een bepaald patroon, ontstaan neurale netwerken. Hoe vaker deze netwerken geactiveerd worden, hoe sterker ze worden.
Toen je voor het eerst leerde autorijden bijvoorbeeld, moest je bewust nadenken over elk onderdeel: koppelen, schakelen, spiegels kijken, remmen. Al die handelingen activeerden telkens andere neuronen. Hoe vaker je oefende, hoe meer diezelfde neuronen samen vuurden in een vast patroon. Zo ontstonden er neurale netwerken voor autorijden. Na verloop van tijd werden die netwerken zo sterk dat autorijden automatisch ging, je denkt er nu nauwelijks nog over na. Dit voorbeeld toont hoe herhaling en oefening neurale netwerken versterken. Dat is precies wat er gebeurt in het brein bij leren.
Leren verandert letterlijk het brein. Door breinleren versterk je de verbindingen die tot nieuw gedrag, inzichten of vaardigheden leiden. Hoe sterker die netwerken, hoe groter de kans dat iemand het geleerde ook echt gebruikt in de praktijk.
Hieronder vind je acht belangrijke inzichten die als fundament kunnen dienen voor breinleren. Elk principe ondersteunt je om je training beter af te stemmen op de werking van het brein waardoor diepgaander leren ontstaat.
Sommige herinneringen zijn in je geheugen gegrift, zoals je eerste verliefdheid of een ingrijpende gebeurtenis zoals 9/11. Dat komt doordat emoties een essentiële rol spelen in hoe we informatie opslaan. Bij sterke emoties komen er extra neurotransmitters vrij, zoals dopamine en adrenaline. Die zorgen ervoor dat neuronen veel actiever communiceren met elkaar en de waarneming intenser wordt. Met als gevolg dat de neurale netwerken sterker worden en de ervaring beter opgeslagen wordt in het langetermijngeheugen.
Zowel prettige als negatieve emoties kunnen het leren versterken. Nieuwsgierigheid is één van de meest stimulerende emoties voor het brein: het verhoogt de dopamineproductie en zet het brein open om te leren. Maar te veel stress of dreiging blokkeert dat proces. Langdurige stress kan zelfs de geheugenfunctie aantasten.
Voorbeeld: Tijdens een oefening krijgt een deelnemer onverwacht positieve feedback van een collega. Omdat dit hem ontroert en verrast, blijft het geleerde hem extra goed bij. De emotionele ervaring versterkt het leerproces.
Trainerstip: Zorg als trainer voor een veilige leeromgeving met voldoende uitdaging, maar zonder dat deelnemers in een te hoge stressmodus komen. Stimuleer nieuwsgierigheid via verrassende en actieve werkvormen, verhalen of een wedstrijdelement. Kies bewust voor filmpjes of interactieve opdrachten omdat deze sneller emoties oproepen dan tekst. Geef emoties volop plaats in je trainingen.
Ons brein bouwt altijd voort op wat het al kent. Nieuwe informatie wordt vastgeknoopt aan bestaande neurale netwerken, betekenissen, ervaringen en associaties. Hoe rijker de bestaande ‘database’ van iemand, hoe sneller en dieper nieuwe kennis wordt opgenomen.
Maar let op: bestaande netwerken zorgen er ook voor dat oud gedrag hardnekkig blijft hangen. Het brein maakt geen onderscheid tussen ‘goed’ en ‘slecht’ gedrag en nieuw gedrag heeft nog weinig verbindingen. Daarom vallen deelnemers gemakkelijk terug in oude patronen.
Voorbeeld: Een trainer laat deelnemers bij de start van een training eerst benoemen wat ze al weten over Het Tuckman model. Zo worden bestaande kennisnetwerken geactiveerd voordat nieuwe inzichten worden aangeboden.
Trainerstip: Breng vooraf in kaart wat deelnemers al weten en kunnen. Laat hen nieuwe en bestaande informatie actief vergelijken. Zo help je hen bewuster afstand nemen van oud gedrag en een nieuw neuraal netwerk aanleggen, of bestaande netwerken versterken. Gebruik oefeningen waarin deelnemers expliciet verschillen en verbanden benoemen.
Het brein onderscheidt relevante en niet relevante prikkels door te focussen. Focus en aandacht zijn dus belangrijk om informatie een plek te geven. Zorg ervoor dat de deelnemers voor zichzelf zinvolle en SMART doelen hebben bepaald. Deze doelen moeten zo goed mogelijk aansluiten bij hun eigen werkcontext, zodat er nog meer wordt gefocust.
Voorbeeld: Een deelnemer stelt als doel: “Na deze training wil ik moeilijke gesprekken met mijn team beter aanpakken.” Die persoonlijke doelstelling verhoogt de aandacht en betrokkenheid tijdens alle relevante onderdelen van de training.
Trainerstip: Laat deelnemers hun eigen leerdoelen formuleren en visualiseren of laat hen het gewenste gedrag beschrijven zodat de focus juist zit. Laat hen actieplannen maken na een training en zorg voor afspraken over de evaluatie van deze acties. Zo blijft de leerfocus behouden, ook na de training.
Herhaling versterkt de neurale verbindingen. Dat geldt niet alleen voor feitenkennis, maar ook voor vaardigheden en attitudes. Door iets vaker te doen of te verwerken, leert het brein verfijnder waarnemen en opslaan.
De eerste zes weken zijn cruciaal voor het opbouwen en integreren van complexe nieuwe gedragingen. Zorg ervoor dat deelnemers de eerste zes weken nadat ze iets geleerd hebben daar actief mee aan de slag blijven.
Maar pas op: herhaling op exact dezelfde manier werkt averechts. Het brein ‘verveelt’ zich en sluit zich af.
Voorbeeld: In de weken na de training krijgen deelnemers via een online leeromgeving elke week een korte herhaalopdracht of quiz waardoor de leerstof actiever en langduriger wordt verankerd.
Trainerstip: Plan herhaling gespreid over de tijd en bied dezelfde inhoud op verschillende manieren aan: via andere didactische werkvormen, andere zintuigen of een andere insteek. Zet een digitale leeromgeving in of stuur deelnemers met concrete opdrachten de werkvloer op. Herhaal niet letterlijk, maar slim en gevarieerd.
Ons brein vindt het plezierig om zelf informatie te ordenen, verbanden te leggen en betekenis te creëren. Dat activeert dopamine, wat het leren versterkt én verslavend aangenaam maakt. Zelf creëren leidt tot sterkere en duurzamere neurale netwerken.
Dat betekent niet dat instructie niet aangewezen is, maar wel dat deelnemers zelf actief aan de slag moeten met het geleerde. Door zelf te ontdekken, ordenen en presenteren verankeren ze de leerinhoud dieper.
Voorbeeld: In plaats van alleen theorie aan te reiken, laat een trainer de deelnemers zelf in groepjes een model visualiseren over ‘coachend leiderschap’. Door zelf verbanden te leggen en keuzes te maken, beklijft het geleerde beter.
Trainerstip: Stimuleer deelnemers om actief te ontdekken en betekenis te geven. Laat hen verbanden leggen, verhalen maken, kennis visualiseren of zelf uitleggen aan anderen. Werk met ervaringsgerichte opdrachten en laat deelnemers reflecteren en structureren.
Informatie die via verschillende zintuigen wordt aangeleverd, wordt op verschillende plekken in de hersenen opgeslagen. Daardoor ontstaat een rijker en robuuster netwerk. Hoe meer zintuigen je inzet (horen, zien, voelen, ruiken) hoe beter de leerstof beklijft.
Visuele informatie (beelden, kleuren, symbolen) wordt ook opvallend beter onthouden dan woorden. Ook metaforen, beweging en muziek kunnen helpen om meerdere breingebieden tegelijk te activeren.
Voorbeeld: Tijdens een sessie over klantgerichtheid bekijkt de groep eerst een filmpje van een klantgesprek, maakt daarna een mindmap op een flap en herhaalt het geleerde in een rollenspel. Zo worden visuele, auditieve en motorische kanalen benut.
Trainerstip: Activeer meerdere zintuigen tegelijk in je training. Werk met beelden, fysieke werkvormen, muziek of verhalen. Gebruik metaforen of visuele hulpmiddelen zoals flipcharts of tekeningen. Hoe rijker het aanbod, hoe beter het blijft hangen.
Lees ook: Trainen is meer dan praten, leren is meer dan luisteren
In de jaren ’90 ontdekten onderzoekers de spiegelneuronen: hersencellen die actief worden als we een handeling zien die we zelf kennen. Je brein doet de handeling als het ware mee. Ook visualiseren activeert deze neuronen.
Spiegelneuronen zorgen ervoor dat leren via observatie, of het nu een demo of een video is, bijzonder krachtig is. Maar ze werken enkel als je als toeschouwer zelf al enige ervaring hebt met het gedrag of de leerinhoud in kwestie.
Voorbeeld: Een ervaren collega voert live een coachgesprek terwijl de rest observeert. Nadien bespreken ze samen wat werkte en waarom. Door te kijken en te spiegelen leren deelnemers onbewust mee.
Trainerstip: Voorzie demo’s en laat deelnemers actief observeren. Zorg dat ze achteraf verwoorden wat ze zagen en wat ze ervan meenemen. Laat deelnemers handelingen ook visualiseren. Bij voorkeur werken ze in duo’s zodat ze elkaar kunnen observeren en nabootsen.
Ons brein heeft de juiste zorg nodig: het functioneert namelijk maar optimaal wanneer het uitgerust is, in beweging blijft, goed doorademt en niet overbelast wordt.
Voorbeeld: Een trainer voorziet bij een lange trainingsdag actieve pauzes, frisse lucht en een lunchwandeling. Zo blijft de zuurstoftoevoer optimaal en wordt het leervermogen van de groep ondersteund.
Trainerstip: Voorzie beweging tijdens je sessies, laat deelnemers buiten wandelen of iets fysiek doen. Zet ramen open voor frisse lucht. Zorg ook voor voldoende pauzes, ontspanning en een positieve groepssfeer. En wijs deelnemers op het belang van slaap en zelfzorg.
Breinleren is een benadering die steunt op wetenschappelijke inzichten over hoe mensen leren. Door je trainingen te ontwerpen en faciliteren vanuit deze principes, verhoog je niet alleen de effectiviteit, maar draag je ook bij aan duurzaam leren en blijvende gedragsverandering. Breinvriendelijk trainen zal de effectiviteit van je trainingen een boost geven.
In de HRDA opleiding Train the trainer: Basisvaardigheden voor trainers leer je hoe je krachtige leerervaringen ontwerpt op maat van het brein waardoor het leereffect bij de deelnemers geoptimaliseerd wordt.
Deze website maakt gebruik van cookies.
Bekijk cookiebeleid.