1

Wat is intervisie en hoe werkt het?

Jo Vervaet
Intervisie is een waardevolle methodiek om als collega’s van en met elkaar te leren. Je bespreekt actuele situaties uit je werk, stelt elkaar verdiepende vragen en ontdekt nieuwe invalshoeken. Het is geen coaching of training en ook geen vrijblijvende babbel: intervisie werkt met een duidelijke structuur en rollen. In deze blog lees je wat intervisie is, hoe het werkt, in welke situaties je het kan gebruiken en hoe je ervoor zorgt dat het een succes wordt.

Wat is intervisie?

Intervisie is een gestructureerd gesprek tussen professionals over situaties, uitdagingen of problemen op het werk waarbij van en met elkaar geleerd wordt.  Eén van de deelnemers, de case-inbrenger, brengt een intervisievraag in waar hij of zij nog geen oplossing voor heeft gevonden. Samen onderzoeken de deelnemers van de intervisiegroep wat er precies aan de hand is, welke factoren meespelen en welke mogelijkheden en oplossingen er zijn.

Een belangrijk kenmerk van intervisie is gelijkwaardigheid: er is geen hiërarchische verhouding en iedereen kan een leervraag inbrengen. Ook wie geen case inbrengt, leert veel door actief te luisteren, vragen te stellen en mee te denken.

Er bestaan verschillende intervisie methoden. Meer informatie hierover vind je in deze blogs:

Wat is intervisiecoaching

Bij intervisiecoaching begeleidt een facilitator of intervisiecoach het proces. Deze persoon is geen inhoudelijke expert over wat er besproken wordt, maar bewaakt de structuur, het tempo en de veiligheid van de leergroep. De intervisiecoach zorgt ervoor dat iedereen aan bod komt en dat het gesprek gericht blijft op leren.

Wat doe je tijdens een intervisie?

Wel:

  • Inbrengen en meedenken over het vraagstuk.
  • Expliciet samen reflecteren.
  • Aan elkaar helpende vragen stellen.
  • Elkaar stimuleren tot actie.
  • Goed luisteren en samenvatten om tot de kern te komen.
  • Verschillende invalshoeken onderzoeken.

Niet:

  • Onmiddellijk advies geven.
  • Gewoon oplossingen aandragen.
  • Het gesprek overnemen of je eigen verhaal centraal zetten.
  • Oordelen of kritiek geven zonder dat erom wordt gevraagd.
  • Van het onderwerp afdwalen.

De verschillende rollen en taken binnen intervisie

Case-inbrenger

De case-inbrenger is degene die een actuele situatie uit de eigen werkpraktijk inbrengt. Het is belangrijk dat deze persoon de kern van de vraag goed kan formuleren en een onderscheid maakt tussen hoofd- en bijzaken. De valkuil voor de inbrenger is om te veel details te geven of om helemaal geen duidelijke vraag te stellen.

Bijvoorbeeld: Elise brengt een intervisievraag in waarbij een project waar zij verantwoordelijk voor is dreigt te ontsporen omdat een teamlid voortdurend deadlines mist.  Elise formuleert haar intervisievraag als: "Hoe kan ik ervoor zorgen dat mijn project op schema blijft als een teamlid steeds deadlines mist?"

Deelnemer

De deelnemers zijn de collega’s in de leergroep die de inbrenger ondersteunen. Hun belangrijkste taak is luisteren, vragen stellen en feedback geven. Ze helpen de vraag verder verkennen en in een latere fase geven ze ook adviezen. Deelnemers moeten ook letten op de balans in het gesprek en elkaar de ruimte geven.  De valkuil is dat ze te snel in de adviesmodus schieten, een stortvloed aan vragen afvuren of hun eigen verhaal centraal stellen.

Bijvoorbeeld: In reactie op Elises case vragen de deelnemers bijvoorbeeld: “Welke afspraken hebben jullie tot nu toe gemaakt?”, “Wat heb je zelf al geprobeerd?”, “Hoe wil je dat jullie samenwerking eruitziet over drie maanden?”

Facilitator

De facilitator of intervisiecoach begeleidt het proces en zorgt dat de structuur wordt gevolgd. Hij of zij bewaakt de tijd, zorgt dat iedereen aan bod komt en houdt de focus op het leerdoel. De facilitator geeft geen inhoudelijk oordeel over de casus, maar helpt de groep om samen te werken en tot de kern van de zaak te komen. De valkuil van de facilitator is om zich te bemoeien met de inhoud of de structuur uit het oog te verliezen waardoor het gesprek te vrijblijvend wordt.

Bijvoorbeeld: Tijdens Elises sessie merkt de facilitator dat sommige deelnemers al adviezen geven (“Je zou hem gewoon moeten aanspreken tijdens de vergadering”), terwijl de analyse nog gaande is. De facilitator grijpt in: “Laten we eerst nog verder verkennen wat precies de kern van het probleem is, voordat we over oplossingen praten.”

Hoe werkt intervisie precies?

Fase 0 – Uitwerken van de intervisievraag

In deze eerste stap werkt de inbrenger zijn of haar vraag uit, bij voorkeur voorafgaand aan de sessie. De intervisievraag is actueel, concreet en in de ik-vorm geschreven. Door het vooraf op papier te zetten, worden hoofdzaken van bijzaken gescheiden en komt de inbrenger tot de kern van zijn vraag.  Er kunnen meerdere intervisievragen en inbrengers zijn.

  • Inbrenger bereidt de intervisievraag voor, zorgt voor duidelijkheid en concreetheid.
  • Facilitator checkt vooraf of de leervraag voldoet aan de criteria (actueel, concreet, ik-vorm).
  • Overige deelnemers lezen de case met open blik en zonder oordeel.

Fase 1 – Accountability en nieuwe leervragen

De sessie start met een korte terugblik op de vorige bijeenkomst. Deelnemers vertellen welke acties ze hebben ondernomen naar aanleiding van eerdere adviezen. Daarna wordt bekeken welke leervragen er nu op tafel liggen en kiest de groep welke case behandeld wordt.

  • Facilitator leidt de terugblik, stimuleert kort en concreet delen, bewaakt de tijd.
  • Alle deelnemers delen kort hun opvolging van vorige adviezen, kiezen een intervisievraag om die sessie aan te werken.
  • Inbrengers presenteren hun casus kort, zonder te veel details.

Fase 2 – Analyse van de leervraag

In deze fase gaan de deelnemers met verdiepende vragen op zoek naar de kern van de vraag. Ze luisteren, vatten samen en vragen door zodat duidelijk wordt wat er werkelijk speelt achter de situatie die is ingebracht.

  • Facilitator bewaakt dat vragen open, kort en niet-oordelend zijn.
  • Deelnemers stellen verdiepende vragen, luisteren actief en vatten samen.
  • Inbrenger antwoordt eerlijk en reflectief, geeft alleen relevante informatie.

Fase 3 – Reflectie

Hier wordt onderzocht welke rol de omgeving speelt en welke handelstijl de inbrenger zelf hanteert. Het gaat om het herkennen van patronen en invloeden van buitenaf die mogelijk bijdragen aan het probleem.

  • Facilitator begeleidt het groepsgesprek zodat het bij de kern blijft.
  • Deelnemers benoemen observaties en patronen zonder oordeel.
  • Inbrenger reflecteert op eigen gedrag en de invloed van de omgeving.

Fase 4 – Adviezen

De deelnemers formuleren mogelijke oplossingen of alternatieve aanpakken. Soms herformuleren ze de oorspronkelijke vraag zodat die beter aansluit bij het daadwerkelijke probleem.

  • Facilitator stimuleert dat adviezen kort, concreet en uitvoerbaar zijn.
  • Deelnemers geven suggesties, geven advies, benoemen ook mogelijke valkuilen.
  • Inbrenger luistert zonder in discussie te gaan, noteert wat hem of haar aanspreekt.

Fase 5 – Actieplan

In deze fase kiest de inbrenger uit de ontvangen adviezen wat het meest relevant en haalbaar is. Op basis daarvan maakt hij of zij een concreet actieplan met duidelijke stappen en een termijn om deze uit te voeren.

  • Facilitator bewaakt de tijd en helpt om het actieplan concreet en realistisch te formuleren.
  • Inbrenger kiest de acties die hem of haar aanspreken, formuleert deze zo concreet mogelijk en koppelt er een termijn aan.
  • Deelnemers denken mee over praktische haalbaarheid en geven waar nodig aanvullende suggesties.

Fase 6 – Evaluatie

De sessie wordt afgesloten met een gezamenlijke evaluatie. Hierbij reflecteert de groep kort op het proces en het verloop van de intervisie. De focus ligt op wat goed werkte, wat er verbeterd kan worden en welke inzichten iedereen heeft opgedaan. Deze evaluatie helpt om toekomstige intervisies effectiever te maken.

  • Facilitator leidt de evaluatie en zorgt dat deze kort, constructief en opbouwend verloopt.
  • Inbrenger geeft aan hoe hij of zij het proces heeft ervaren en wat de belangrijkste leerpunten zijn.
  • Deelnemers benoemen wat ze zelf hebben geleerd en welke suggesties ze hebben voor verbetering van het proces.

Wanneer kan je intervisie gebruiken?

Intervisie is vooral nuttig wanneer professionals tegen situaties aanlopen waar ze zelf niet direct een antwoord op hebben, maar waar anderen in de groep waardevolle ervaringen en inzichten over kunnen delen. Mogelijke leervragen zijn bijvoorbeeld:

  • De communicatie met een collega of leidinggevende verloopt lastig en je wil het gesprek opstarten om de samenwerking te verbeteren.
  • Je twijfelt over de aanpak van een project of opdracht en wil de verschillende keuzes en hun voor- en nadelen verkennen.
  • Je ervaart weerstand van klanten of stakeholders en zoekt manieren om die om te buigen naar samenwerking.
  • Je hebt een hoge werkdruk en wil de balans bewaren zonder dat de kwaliteit daalt.
  • Je moet beslissingen nemen in een complex dossier met uiteenlopende belangen.
  • Er zijn spanningen of conflicten in je team en je wil tot een verbindende aanpak komen.
  • Je voelt je professioneel onzeker over je eigen vaardigheden of beslissingen.
  • Je zit met een situatie waarin regels en waarden botsen en je moet omgaan met een ethisch dilemma.
  • Je hebt nieuwe verantwoordelijkheden of een rolverandering en zoekt je plek in de functie of het team.
  • Je bent creatief vastgelopen en wil nieuwe invalshoeken en inspiratie vinden.

Succescriteria voor intervisie

  • Deelnemers voelen zich veilig, gelijkwaardig en vertrouwd om zich open uit te spreken.
  • Alle deelnemers volgen tijdens de intervisie dezelfde duidelijke structuur en houden zich aan de intervisieregels.
  • Er is actieve deelname van iedereen gedurende het hele proces.
  • De ingebrachte cases zijn actueel, relevant, nog niet opgelost en in de ik-vorm beschreven.
  • Er heerst een sfeer van openheid, wederzijds respect en constructieve feedback.
  • Er is bereidheid en ruimte om regelmatig samen te komen voor intervisie.
  • Leidinggevenden die het proces begeleiden, coachen alleen op het proces en sturen de inhoud niet.
  • Deelname aan intervisie is vrijwillig.
  • Er is motivatie om te leren en het geleerde wordt toegepast in de dagelijkse praktijk.
  • Vertrouwelijkheid is gegarandeerd, zodat iedereen zich vrij voelt om zich uit te spreken.
  • Er is voldoende engagement om actief bij te dragen aan het intervisieproces.
  • Er is bereidheid tot kritische zelfreflectie.
  • Intervisie is ingebed in het HR beleid als essentiële bouwsteen voor transfer.

Wat zijn de voordelen van intervisie?

  • Er is geen hiërarchie, je leert onder gelijken.
  • De situaties zijn herkenbaar voor alle deelnemers van de intervisie.
  • Intervisie werkt drempelverlagend om nadien met collega's de zaken verder te bespreken.
  • Het opent nieuwe perspectieven: je hoort hoe anderen naar dezelfde situatie kijken.
  • Je leert van en met elkaar: ook zonder eigen casus neem je inzichten mee.
  • Intervisie verbetert de onderlinge samenwerking en vergroot het vertrouwen en begrip in teams.
  • Het zorgt voor een betere zelfreflectie: je oefent in luisteren, doorvragen en het verkennen van meerdere invalshoeken.
  • Het bevordert de eigen autonomie en het zelfvertrouwen.
  • De deelnemers oefenen met gesprekstechnieken en verbeteren zo hun communicatieskills.
  • Je krijgt rechtstreeks feedback over het eigen functioneren zodat je meer inzicht krijgt in het eigen handelen en in eigen denkpatronen.

Wanneer is intervisie niet geschikt?

Intervisiecoaching is een krachtig leermiddel, maar het is niet in elke situatie geschikt.  Het is minder aangewezen om intervisie te gebruiken in onderstaande gevallen.

  • In organisaties met een ongezond leerklimaat waarin fouten maken wordt afgestraft.
  • Wanneer deelnemers starten zonder de nodige kennis of vaardigheden om het proces te begrijpen en te volgen.
  • Als er deelnemers zijn met een groot ego, sterke statusgevoeligheid of een starre houding die open dialoog bemoeilijkt.
  • Bij minder dan vier bijeenkomsten, waardoor geen duurzame leeropbrengst kan worden opgebouwd.
  • Wanneer er geen vertrouwen is en deelnemers niet bereid zijn zich kwetsbaar op te stellen.
  • Als er geen actuele, relevante casussen worden ingebracht die nog niet zijn opgelost.
  • Wanneer intervisie wordt ingezet als verkapte beoordelingsronde in plaats van als leerinstrument.

Literatuurtips rond intervisie

  • Intervisie Coaching, Marijke Lingsma & Ger van Doorn – ISBN 9789024401031
  • Intervisie Werkvormen, Jeroen Hendriksen & Jantine Huizing – ISBN 9789058715364
  • Handboek Intervisie, Jeroen Hendriksen – ISBN 9789024418305
  • Werkboek Intervisie, Jeroen Hendriksen – ISBN 9789024414970
  • Intervisiewaaier, Marijke Lingsma – ISBN 9789024401635
  • Intervisie bij Werkproblemen, Jeroen Hendriksen – ISBN 9789024414581
  • Positieve Supervisie en Intervisie, Frederike Bannink – ISBN 9789079729685
  • Praktijkboek Intervisie, Monique Bellersen – ISBN 9789013068641
  • Oplossingsgerichte Intervisie, Levi Van Dam – ISBN 9789024418572
  • Morgen doe ik het nog beter, Peta Twijnstra – ISBN 9789463650373 – ook via www.petatwijnstra-coaching.nl 
  • Intervisie in het Onderwijs – een goudmijn, Alice de Groot & Gerda Nobel – ISBN 9789077866443
  • Een pot met goud – Werkboek intervisie in het onderwijs, Alice de Groot & Gerda Nobel – ISBN 9059016475
  • Intervisieschatkist – gratis beschikbaar via FOCUS Leren & Ontwikkelen: www.focus-lerenenontwikkelen.nl 

Het opleidingsaanbod van HRD Academy

Leer hoe jij intervisie succesvol kan begeleiden

Ontdek de Opleiding Intervisiecoach