Een coach begeleidt mensen in het bereiken van persoonlijke of professionele doelen, niet door oplossingen aan te reiken, maar door het leerproces te begeleiden. De coach is geen adviseur, therapeut of mentor, maar een ervaren gids die het proces bewaakt zodat de coachee in staat is zélf tot een antwoord of oplossing te komen.
De coach vertrouwt op het vermogen van de coachee om zelf tot inzicht en verandering te komen en biedt onderweg steun, structuur en een spiegel om dat proces te versterken. Om die rol goed te vervullen, beschikt een professionele coach over een rijk palet aan vaardigheden.
Luisteren en spiegelen
Een coach luistert niet alleen naar woorden, maar ook naar stiltes, lichaamstaal en wat er tussen de regels gezegd wordt. Door terug te spiegelen wat hij of zij hoort, helpt de coach de coachee zichzelf beter te begrijpen.
Verhelderen, exploreren en verdiepen
De coach stelt verhelderende vragen, verkent samen met de coachee mogelijke verklaringen of perspectieven en gaat dieper in op wat echt speelt, voorbij de eerste laag van het verhaal.
Onderzoeken en uitdagen
Een goede coach is niet alleen warm en begrijpend, maar kan ook scherp zijn. Hij of zij prikt door patronen heen, stelt kritische vragen en daagt de coachee uit om de comfortzone te verlaten. Uiteraard gebeurt dit steeds in verbondenheid en met zorg.
Ruimte creëren én toch richting houden
De coach zorgt voor een veilige, open ruimte waarin alles gezegd mag worden, maar bewaart tegelijk de focus op het doel van het traject. Vrijheid en structuur gaan in een coachgesprek inderdaad hand in hand.
Leren ondersteunen zonder over te nemen
Coaching is het leren van de coachee stimuleren, niet het sturen of zelf invullen. De coach ondersteunt reflectie, geeft mee richting en structuur maar laat het eigenaarschap van het leerproces bij de coachee.
Waarderen en bekrachtigen
Bekrachtigen en waarderen van de coachee in zijn leerproces en voor de successen die hij/zij al behaald heeft, versterkt het zelfvertrouwen van de coachee en bevordert de verdere leercurve.
Betrokken confronteren
Soms is het nodig om iets op tafel te leggen wat de coachee liever niet wil (in)zien. De coach doet dat met respect, zonder oordeel, vanuit een oprechte betrokkenheid en verbinding met de ander.
Inspireren
Door zelf in verbinding te staan met zijn of haar waarden, door lef te tonen, door pure aanwezigheid kan een coach ook inspireren. Niet door te sturen, maar door een levend voorbeeld te zijn van authentiek (zelf)leiderschap.
Toelaten en ruimte geven
De coach durft stil te zijn, laat emoties toe en weerstaat de neiging om te fixen en te adviseren. Juist in die open ruimte kan immers iets nieuws ontstaan en krijgt de coachee de ruimte om zijn/haar leerproces vorm te geven.
Veilig leerklimaat creëren
Een coach zorgt voor een veilige bedding waarin de coachee zich gehoord, gerespecteerd en gesteund voelt. Een omgeving waar fouten mogen gemaakt worden, kwetsbaarheid niet wordt veroordeeld en waar leren op eigen tempo en met vallen en opstaan mogelijk is.
Hoofd, hart en lichaam betrekken
Goede coaching blijft niet hangen in het rationele. Een coach nodigt uit om ook het voelen en het lichaamsbewustzijn te betrekken. Wat vertelt het lichaam? Welke emoties spelen er ook mee? Door zowel hoofd, hart als lichaam in de coaching mee te nemen, ontstaat diepgaander inzicht en duurzame verandering.