1

Nee hoor, ik ben geen activist

Rudy Vandamme
“Ik zou mezelf niet vlug een activist noemen”

“Ik zou mezelf niet vlug een activist noemen” zegt een jonge psychologe me in de pauze. “Maar nu je het zegt, ik wil wel een verschil maken”. “Misschien ben je dan toch een activist”, repliceerde ik, “maar eentje van een nieuwe soort”.

Ze vertelde over een al te gortige situatie in hun psychiatrisch ziekenhuis. Eén van de meetpunten die de directie gebruikt in de zorgkwaliteit, is het aantal liter hygiënisch middel dat verpleegkundigen maandelijks verbruiken om hun handen te wassen. Ze waren op de vingers getikt omdat er te weinig van dat spul gebruikt werd. Conclusie van de directie: verpleegkundigen wassen hun handen te weinig. Na de reprimande gooien de verpleegkundigen nu maandelijks van dat spul door de gootsteen, zodat de KPI van hun handenwasserij naar behoren is. Handenwassen doen ze alvast niet beter of meer.

De psychologe keek daar erg nuchter naar. Ze vond dat iedereen schuldig was aan onprofessioneel gedrag. “Daar wil ik nu een verschil in maken”, zei ze. “’Ik wil me niet laten in slaap sussen”. “Maar ja, hoe pak je dat aan?” voegde ze er aan toe.

In de volgende decennia gaan we meer en meer professionals zien die zoeken hoe ze in hun organisaties een verschil kunnen maken. Het gaat dan niet over het leveren van goed werk dat inherent is aan elk professioneel handelen. Het gaat om het verbeteren van de mentaliteit, het toevoegen van zingeving, en het verbouwen van de gehele organisatie.

Activist?

Als ik het woord activist laat vallen, zijn deze ambitieuze professionals verrast. Ze hadden zichzelf nog niet zo gedefinieerd. Ze reserveren het woord ‘activist’ voor iemand die op straat komt en gaat betogen. Het nieuwe type activisme waar ik de psychologe toe reken, verschilt op een belangrijk punt van de straatactivist. Het gaat bij hen niet over roepen en op de barricades staan. Met roepen hebben professionals in organisaties weinig affiniteit. Het gaat echter ook niet over naïef idealisme. Het staat goed op reclame panelen en mission statements om te zeggen ‘maak een verschil’. Dat hebben leraren, verpleegkundigen, sociale werkers en zovele andere jonge professionals altijd al willen doen. Ze willen het goed doen en een verschil gemaakt hebben door zichzelf in te zetten. Het is vaak dit naïef idealisme die ertoe leidt dat vele professionals burn-out gaan of uitgedoofd hun tijd uitzitten.

Er is een nieuw type professional aan het opstaan die zich anders positioneert. Voor hen zou de term ‘activist’ goed passen. Ze voeren actie, zo eenvoudig is het. In vorige generaties zijn er altijd mensen geweest die toestanden hebben aangeklaagd. Vaak ontbrak het hen aan kennis rond effectief activisme om duurzaam succes te bekomen. Heel wat denkkaders en vaardigheden zijn nu aan het doorsijpelen naar een brede groep van professionals. Denk maar aan geweldloze communicatie, coachende vraagstelling, mediation, sociocratie, cirkelwerk, NLP technieken, het kernkwadrant en persoonlijkheidstypologiëen. Het zijn leerinhouden waarmee veel professionals aan de slag gaan, in eerste plaats toegepast op hun persoonlijke ontwikkeling. Van daaruit ontstaat de bredere toepassing in hun circle of influence

Sociale veranderkunde

Activisme is een vakgebied uit de sociale veranderkunde. Als synoniem gebruikt men de term andragogiek, het broertje van pedagogiek. Ik laat me inspireren door de Kring van Andragologie in Amsterdam. Het sluit naadloos aan bij levenslang leren en ontwikkelen. Er is onderzoek gedaan naar succesvolle en niet succesvolle verandercampagnes in het domein van maatschappelijke ontwikkeling. De brug naar de veranderkunde binnen organisatie mag nog meer gelegd worden. Daar is nu een voedingsbodem voor. Er is heel wat honger bij professionals naar praktische tips om change in organisaties af te stemmen op de psychologie van mensen. Er is ook nood aan denkkaders om cultuur en structuur van binnenuit te doen kantelen. De handelingsprincipes en vaardigheden voor effectieve impact zijn gekend.

De veranderkunde begint altijd met een goed geformuleerd vraagstuk. Voor wat betreft het voorbeeld van de psychologe is de kreet natuurlijk niet “Schaf de KPI’s af”. Je wil kwaliteit toch kunnen meten en met de feedback jezelf als professional blijven scherp houden. De vraag is ook niet “Hoe ga je als manager om met weerstand?”. We hebben het vraagstuk op een hoger niveau getild, een andragogisch niveau aangepast aan organisaties: “Hoe kunnen we een feedbackcultuur inbouwen in de mind van de professionals, in die mate dat de managers vertrouwen hebben dat professionals zelf hun KPI’s bepalen?”. 

Betrokkenheid op gehelen

Het meest opvallend en hoopvol verschil met vorige generaties is dat een groep professionals hun betrokkenheid op hun organisaties anders vormgeven. Vroegere professionals sloten zich nogal eens op in hun specialiteit. Ze haalde hun zingeving uit het werk zelf. Denk aan de leraar in zijn klas, de verpleegkundige met haar patiënten, de bedrijfsjurist met zijn dossiers, de leidinggevende en zijn afdeling, enzovoort. Het nieuw type professional wil dat de totale organisatie het goed doet. Ze zijn gevoelig voor menselijke en ecologische waarden. Ze willen kunnen zeggen: “Ik kan mijn hoogste idealen terugvinden in deze organisatie. Ik sta achter het management”. Als ze dat niet kunnen zeggen, zijn deze professionals niet meer tevreden en gaan over tot actie. De recente blog over wat er in de Google, Facebook en Amazon bedrijven gebeurt, is daar een duidelijk voorbeeld van. Vooral de jongere professionals gaan hun eigen bedrijf aanspreken op transparantie en integriteit. Dat zijn dus professionals die het niet langer pikken dat hun werkgevers niet koosjer handelen. Greta Thunberg zegt in één van haar speeches ‘we are watching you’. Werknemers worden de morele waakhonden van de totale organisatie.

Wanneer deze professionals de organisatie van binnenuit willen verbeteren, noem ik hen corporate activist. Ik heb het woord ontleend aan Céline Schillinger, een Française die vanuit een beperkte HR functie haar eigen multinationaal farmaceutisch bedrijf heeft bewogen om het glazen plafond voor vrouwen in topfuncties te doen kantelen. Céline ziet een beweging ontstaan van professionals die op constructieve en geweldloze wijze de organisaties waar ze deel van uitmaken, willen verbouwen. Zij beperken zich niet tot hun circle of control, maar bemoeien zich met hun circle of concern, zoals Covey dat zou zeggen.

Activisme, waartoe?

Ik neem de term corporate activist over. Met dit profiel en het onderliggende vakgebied komt veel samen in mijn eigen loopbaan. Ik heb altijd gewild dat professionals hun positie meer zouden inzetten voor het werken aan een betere wereld. Ze zijn een sleutel in maatschappelijke transities omdat vele professionals werken met klanten, cliënten, patiënten, studenten en medewerkers. Vanuit hun positie kunnen zij mensen bereiken en helpen tot een breder bewustzijn te komen over de rol die we allemaal spelen. Want wij zijn het geheel. De corporate activist beweging sluit aan bij de verantwoordelijkheid die we allemaal te nemen hebben om zorg te dragen voor onze omgevingen. We beginnen ook te beseffen dat de uitdaging in ons eigen kamp ligt.

Ik zie mijn rol in het ontwikkelen van een vakgebied. Er is veel te leren hoe je zelf meer impact kunt bereiken, maar ook hoe je veranderingsprocessen in organisaties kunt facilteren of collega’s kunt enthousiasmeren om rond een pijnpunt actie te voeren. Methodiek is er eigenlijk al. Nu nog de koppeling van deze methodiek aan een hoger doel en aan de herpositionering van professionele identiteit. Het begint bovendien allemaal met jezelf: wil jij je doorontwikkelen als professional?

De opleiding bij HRDAcademy is de toegangsweg om dit vakgebied te leren kennen. Ik ben blij collega's te ontmoeten die van meetaf aan zeggen "Ik wil me bekwamen om een verschil te maken".

www.rudyvandamme.net